(Noël van Bemmel, De Volkskrant, 2 januari 2023)
In Myanmar bieden honderden strijdgroepen hardnekkig verzet tegen het juntaleger, dat bijna twee jaar geleden een coup pleegde. Waarom lukt het de generaals niet om – ondanks hun militaire overmacht – deze opstand te onderdrukken?
Veel Nederlanders kennen inmiddels de Oost-Oekraïense plaatsen Bachmoet en Kreminna, waar ook vorige week hard is gevochten. Bijna niemand kent de Myanmarese plaatsen Momauk en Alaw Bum, waar het juntaleger met bommenwerpers en artillerie al maanden een strategisch fort op een heuveltop probeert te heroveren op het Kachin Onafhankelijkheidsleger.
Westerse media schreven massaal over de website Signmyrocket, waar je voor 150 euro een nieuwjaarsgroet kunt laten aanbrengen op een granaat die richting de Russische linies wordt geschoten, maar Project Dragonfly, waarmee een Myanmarese influencer miljoenen euro’s inzamelt voor draagbare luchtdoelraketten, blijft vrijwel onopgemerkt.
De heuveltop en Project Dragonfly zijn details uit een burgeroorlog die al bijna twee jaar woedt in het Zuidoost-Aziatische Myanmar. Sinds generaal Min Aung Hlaing in februari 2021 de democratisch gekozen regering onder leiding van Aung San Suu Kyi aan de kant schoof en de belangrijkste politici en activisten in de gevangenis opsloot – uit vrees voor een verdere uitholling van zijn positie en een mogelijke vervolging – kwamen miljoenen Myanmarezen in opstand.
Myanmar is al sinds de onafhankelijkheid in 1948 verwikkeld in burgeroorlogen, maar ditmaal is het anders, verzekeren waarnemers. Het verzet werkt beter samen, wordt beter aangestuurd en gefinancierd en is in het hele land actief. Over grofweg de helft van Myanmar, schatten de Verenigde Naties, heeft de junta geen controle meer. In sommige provincies heffen verzetsgroepen eigen belastingen en bieden (enige) zorg en onderwijs aan. Daar waagt het regeringsleger zich nog zelden buiten de kazerne.
Het roept de vraag op: waarom lukt het de generaals niet om – ondanks hun militaire overmacht – het verzet in Myanmar te breken?
Zevenduizend burgerdoden
De situatie een kleine twee jaar na de coup: meer dan een miljoen Myanmarezen zijn volgens de VN gevlucht naar Thailand, Bangladesh of Maleisië en nog eens achthonderdduizend leven in eigen land in vluchtelingenkampen. De veelbelovende economie (textiel, toerisme) is ingestort, en wie zich uitspreekt tegen de regering loopt grote kans te worden opgepakt. Regelmatig vallen er burgerdoden, onder wie kinderen, als het leger een dorp binnenvalt of de luchtmacht een vermeend rebellenkamp bombardeert. De Myanmarese denktank ISP becijferde eind oktober het aantal burgerdoden op ruim zevenduizend.
Het essentiële verschil met eerdere opstanden: ditmaal doet ook de Bamar mee, de grootste bevolkingsgroep (68 procent van de inwoners) die het zuidelijke laagland domineert. Voorheen streed het leger tegen zo’n twintig strijdgroepen van etnische minderheden als de Shan en de Karen, die al decennialang een guerrilla voeren in hun bergachtige thuisregio’s. Sinds de coup zijn honderden strijdgroepen actief, waarvan naar schatting 60 procent samenwerkt met de schaduwregering in ballingschap, bestaande uit afgezette parlementariërs.
Rekruten genoeg, alleen al het nieuwe volksleger van de Bamar telt honderdduizend vrijwilligers, maar slechts 40 procent van hen heeft een wapen. Het is een fractie van het Myanmarese leger, dat op papier over vierhonderdduizend soldaten beschikt. Maar dat leger is ‘overbelast en slecht gemotiveerd’, schrijft de Myanmarese analist Ye Myo Hein, die naar de Verenigde Staten is gevlucht en inmiddels is verbonden aan het Wilson Center, een denktank in Washington D.C. Hij stelt vast dat de kans op een overwinning op de junta nog nooit zo groot is geweest.
Succesvolle inzamelingsacties
Dat is mede te danken aan succesvolle inzamelingsacties door de verzetsbeweging. Die begonnen nogal openlijk met Facebookfilmpjes van militairen die in een hinderlaag lopen, en daaronder het bankrekeningnummer van de plaatselijke strijdgroep. Later volgden discretere inzamelingsacties door het land en onder de omvangrijke diaspora van Myanmar.
De internationale denktank Crisis Group schrijft in een recent rapport dat de pro-democratische beweging sinds de coup ‘mogelijk honderden miljoenen euro’s heeft opgehaald’. Met dat geld worden vooral wapens gekocht op de zwarte markt van Thailand of China. De schaduwregering experimenteert sinds kort met digitale kyat (een eigen cryptomunt) en donateurs betalen steeds vaker via het informele hundi-systeem: daarbij verplaatsen betrouwbare tussenpersonen geld en wordt het door de junta gecontroleerde bankverkeer omzeild. De Crisis Group vreest wel dat de inkomsten in 2023 afnemen, wegens de mondiale recessie en donorvermoeidheid onder de diaspora.
Het wordt ook een interessant jaar, omdat de junta verkiezingen heeft beloofd waaraan meerdere partijen mogen meedoen. Analist Ye Myo Hein verwacht in 2023 een patstelling: het juntaleger krijgt volgens hem de controle over het land niet terug, maar anderzijds beschikken de strijdgroepen over te weinig mensen, middelen en coördinatievermogen om het leger te verslaan. ‘Een centrale commandostructuur is noodzakelijk om steden en strategische posities te veroveren.’
Voordat de diverse strijdgroepen dat accepteren, stelt Ye Myo Hein, moeten ze het eens worden over een gezamenlijk politiek doel. ‘De schaduwregering wil op dit moment vooral het overheidsapparaat overnemen, terwijl de etnische strijdgroepen hun autonomie willen consolideren.’
Een gezamenlijk offensief vereist volgens de analist eerst afspraken over een toekomstig Myanmar. Met een democratische federale structuur waarin minderheden een vorm van autonomie genieten. ‘Dat gaat dus verder dan de nalatenschap van Aung San Suu Kyi: het vereist een inclusievere samenleving.’
26 + 7 jaar celstraf
Voormalig regeringsleider Aung San Suu Kyi kreeg vrijdag 7 jaar celstraf opgelegd door een rechtbank in Myanmar. Die straf komt boven op de 26 jaar die ze al opgelegd had gekregen in een serie rechtszaken die begon nadat het leger de Nobelprijswinnaar achttien maanden geleden had afgezet in een gewelddadige coup. De 77-jarige Aung San Suu Kyi zit sindsdien in eenzame opsluiting en is onder meer veroordeeld wegens corruptie, opruiing en illegaal bezit van een walkietalkie. De VN-Veiligheidsraad riep de generaals in Myanmar vorige week op om haar en andere politieke gevangenen vrij te laten.