Inleiding
Dit artikel schreef ik na mijn eerste 60-daagse retraite bij Sayadaw U Pandita in december 2012 – januari 2013. Inmiddels ben ik de drie volgende winters opnieuw geweest. Een der resultaten hiervan is de Nederlandse vertaling (De Weg Gebaand) van een lering die ik zeer belangwekkend vind: Paving the Way: Guidance for Yogi’s at Interview. De afgelopen winter waren we met 5 Nederlanders. Op 16 april 2016 is U Pandita op 94-jarige leeftijd overleden.
Van U Pandita (1921-2016) wist ik niet beter dan dat hij in 1982 een van de onmiddellijke opvolgers was van de zeer invloedrijke meditatieleraar Mahasi Sayadaw (1904-1982) en dat hij toch min of meer als de aartsvader wordt gezien van centra in de VS zoals Insight Meditation Society (IMS) en Spirit Rock . Maar het was niet daarom dat ik tot de keuze gekomen was om bij hem een retraite te gaan doen. Ik ben in de jaren ’80 in de Dhamma opgegroeid met de instructies van Mahasi: inspanning – achtzaamheid – concentratie – wijsheid. Maar nadat in de jaren ’90 mijn oefening in een impasse was geraakt als gevolg van omgang met verkeerde vrienden die elementaire leefregels niet langer in acht namen, duurde het tot 2007 voordat ik weer een Mahasi-retraite deed, bij Bodhidhamma in Engeland. Hij adviseerde mij daarop een retraite bij U Vivekananda . Nog nooit had ik zulke exacte instructies gekregen als bij hem. Dat maakte mij nieuwsgierig naar zijn leraar U Pandita, inmiddels 91 jaar oud – Vivekananda zei een keer dat hij nooit zo hard gewerkt had als in de jaren dat hij in diens nabijheid verkeerde.
(Juiste) inspanning
De 14e 60-daagse Winterretraite vond plaats van 1 december 2012 t/m 31 januari 2013 in het Forest Meditation Center Hse Main Gon bij het dorp Bago. Er waren ruim 100 deelnemers: monniken, nonnen en mannelijke en vrouwelijke leken, iedereen in een eigen meditatiehut (kuti).
De begininstructies zijn de klassieke Mahasi-instructies vanaf een CD. In een toelichting en in de eerste live instructies van U Pandita krijgt viriya of inspanning/energie er een prominente plaats bij. Dit onder het motto: als we niets doen, wordt de geest volledig beheerst door verlangen, aversie en waandenkbeelden. Daar gaan we niet op zitten wachten, en we stellen ons pro-actief op. U Pandita vergelijkt inspanning met een lichtschakelaar die je aan moet doen, en met een kip die op haar eieren moet blijven zitten. Het is voor hem verbonden met moed en enthousiasme. Zuivering van de geest wordt ons voorgespiegeld als gegarandeerd resultaat. Metta of welwillendheid is daarbij inbegrepen en is geen apart topic. Dat maakt al snel dat momenten van mindfulness elkaar gaan opvolgen, waarmee er concentratie begint te groeien. En daar komen de vijf hindernissen (zintuiglijk verlangen, aversie, luiheid/traagheid, rusteloosheid/zorgelijkheid en sceptische twijfel) steeds moeilijker doorheen. Er is ongelofelijk veel aandacht voor het onder de knie krijgen van de methode. We worden daarin echt bij de hand genomen. Keer op keer worden dingen herhaald.
Benoemen of labelen helpt bij het richten van de geest (‘aiming’, vitakka) en dat maakt ‘rubbing’ (wrijven, vicara) mogelijk. Richt de geest op het object, wát het ook is, en laat hem er tegenaan wrijven, er intiem mee worden. En je hoeft niets te zoeken: als je dit doet, zul je vanzelf vinden. Geforceerd iets willen bereiken is een kansloze zaak! U Pandita en de persoonlijke instructeurs (senior-monniken of -non) doen van alles om je te laten ERVAREN, en niet te speculeren of te bedenken. Dan hoef je ook niets los te laten. Je bent namelijk bezig met niet te hechten, zodat er niets is om los te laten.
Verrassingen
Tot mijn grote verbazing is hoogstens 20% van alle yogi’s westerling. Driekwart is vrouw. De meesten komen uit Azië, vooral Korea, China en Vietnam. Dit geeft de eerste weken voedsel aan twijfel, die pas echt verdwijnt als ik resultaten begin te bemerken van de oefening.
Een van de verrassingen van deze retraite is de betrekkelijke lichtheid van het programma wat betreft het aantal formele sessies van zitten en lopen. Met een ijzeren en liefdevolle consequentheid wordt je voorgehouden dat de dagelijkse handelingen de formele oefening versterken en word je gestimuleerd met voorbeelden daarvan te komen.
Regelmatig zijn er aansporingen van Sayadaw U Pandita om respect te hebben voor de oefening en deze van de eerste tot de laatste oogopslag van de dag in praktijk te brengen. Bijvoorbeeld als volgt: ‘Beste yogi’s, overweeg alsjeblieft het volgende. Je hebt je veel moeite getroost om naar Myanmar te komen. Maar thuis mist je familie je. Thuis blijft ook je werk liggen. Als je nu ook je tijd hier niet goed gebruikt, dan bereik je dus helemaal niets. Maak alsjeblieft een keuze. Ik zal de leraren opdracht geven je weg te sturen als je blijft volharden in het geen respect hebben voor de oefening.’
De begeleiding in de dagelijkse Dhamma-talks gaat tot en met de eerste Vipassana-inzichten: het onderscheid tussen materie en geest, oorzakelijkheid en het opkomen en verdwijnen van alle verschijnselen. Ik begin iets te ervaren van de diepgang van deze inzichten, bijvoorbeeld in communicatie: in hoeverre weet ieder bij zichzelf te blijven?
Kloosterleven
Om 3 uur ’s nachts worden we gewekt door een ritmisch geluid van hout op hout.
De Dhamma-hal is ruim en hoog. Aan de achterwand hangen drie portretten. Een van Mahasi Sayadaw op hoge leeftijd, een van hem op middelbare leeftijd en een foto van U Pandita. Op een zuil daarvoor staat een groot blinkend beeld van de Boeddha, aan de voet ervan de leraarszetel.
Om 5 uur ’s morgens recitatie in de volkstaal (hier Birmees dus): we stralen metta (welwillendheid) uit. Naar onszelf, onze leraren, onze ouders, ook naar alle dieven, rovers en leugenaars, naar alle wezens in alle bestaansgebieden. Om 21.00 uur ’s avonds hetzelfde, maar dan in het Pali. ‘Moge ik vrij zijn van vijandigheid en gevaar, van mentaal en lichamelijk lijden en moge ik goed voor mijzelf zorgen’. Het hoeft niet eerst opgeroepen te worden, het voelt als een natuurlijk delen van de verworvenheden van de oefening. Natuurlijk ben ik bij deze recitatie wel eens bevangen door verdriet, verlangen of frustratie.
Van de Dhamma-hal naar de eetzaal lopen duurt een dik kwartier: in een rij, stap voor stap, maar wel sneller dan bij de loopmeditatie. Om 5.30 en 10.30 – voor het ontbijt en de middagmaaltijd – wensen we in het Birmees de gevers en bereiders van de maaltijd een lang leven, gezondheid en geluk.